Subdoel fase 2

Ik wil weten hoe ik kwalitatieve data kan analyseren.

Stap 1 - Selecteer de relevante fragmenten

  • Selecteer alleen die data die bijdragen aan het beantwoorden van de onderzoeksvraag en schrijf ze uit.
  • Neem de context zeker mee. Dit doe je door fragmenten die de context verduidelijken toe te voegen. Je kan ook een korte inleidende tekst aan je data laten voorafgaan waarin de context wordt toegelicht. Wijzig echter nooit de originele data. 

 

Als je deze stap hebt voltooid, heb je een selectie van fragmenten. 

Een voorbeeld: De leerlingenraad stelde de vraag of leerkrachten leerlingencontacten wilden organiseren in juni in het 6de leerjaar.Hierop bereidden de leerkrachten een testcase voor.De leerkrachten willen weten hoe de leerlingen de testcase ervaren hebben.

De data werden verzameld door de leerlingen een vragenlijst te laten invullen onmiddellijk na het leerlingencontact. Deze vragenlijst voorzag naast gesloten vragen ook de open vraag “Wat heb je als meest positief ervaren aan het leerlingencontact?”

 

Stap 2 – Lees en herlees

  • Herlees de geselecteerde fragmenten. Je zult merken dat je vrij snel een algemeen beeld krijgt van je data en dat dit je op ideeën brengt over hoe je de data kan groeperen/structureren.
  • Fragmenten kunnen vrij gelijkaardig of tegenstrijdig zijn. Let op dat je die tegenstrijdigheden zeker meeneemt.

 

Een voorbeeld (vervolg) - Hieronder vind je de antwoorden die leerlingen gaven.

“Ze is fier op mij. – Vertrouwen - Het gesprek. -   Je kan de leerkracht vertellen hoe het komt van sommige punten - Zo kan je jezelf verbeteren - Dingen overlopen wat ik volgend schooljaar beter ga doen - Overlopen wat beter kan volgend jaar - Extra zekerheid in mijn keuze - Weten of de leerkracht denkt dat ik een bepaalde richting aan kan of niet - Goede hulp bij twijfels over richting - Je kan alles wat je kwijt wou aan iemand die je vertrouwt kwijt. - Eens mijn gevoelens uiten over dit schooljaar - Het is leuk als je bevestiging krijgt over je studiemethode - Gewoon dat je eens hebt kunnen babbelen over vanalles van school. - Dat de leerkracht persoonlijk je resultaten kan bespreken - Dat ik eens heb kunnen spreken met de leerkracht - Het helpen van studiekeuze en samen bespreken ervan - Meer inzicht krijgen in het kiezen van een richting - Ik heb een beter idee van mijn resultaten - Kijken hoe en waar je staat in je studies, en een visie krijgen over je resultaten en je schoolcarrière - Dat ik toch zo’n goede punten heb en toch zo veel hobby’s heb - Je weet waar je staat, of je goed of slecht bezig bent. - Ze was fier op mij”

 

Stap 3 – Categoriseer je data

  • Deze categorieën komen meestal spontaan voort uit je kijk op de data. Je kan je ook laten inspireren dat een (educatief) model dat in je opkomt uit je vooropleiding, vaktijdschriften, boeken, wetenschappelijke artikelen, visieteksten, het internet, …

 

Een voorbeeld (vervolg):

Stap 4 – Label de categorieën

  • Categorieën die te veel op elkaar lijken voeg je best samen tot één categorie.
  • Heb je te veel verschillende data in eenzelfde categorie, dan kan het nuttig zijn om die categorie op te splitsen. Anders wordt je categorie te breed en is het moeilijk om die te analyseren.
  • Soms is het nodig om fragmenten te hergroeperen in nieuwe categorieën.
  • Vervolgens ga je elke categorie labelen. Zorg ervoor dat de categorie ‘andere’ zo beknopt mogelijk blijft. Dit maakt je data interessanter.

 

Een voorbeeld (vervolg):