Ik wil weten hoe ik data betrouwbaar en valide kan analyseren.

Zijn er resultaten die je doen twijfelen aan de kwaliteit van je instrument? Vb. Misschien werd een stelling of een vraag anders geïnterpreteerd dan jij het bedoeld had? Misschien leidde de timing van je bevraging tot andere resultaten?

 

Ook in de fase van de data-analyse staan betrouwbaarheid en validiteit  centraal.

 

Enkele tips

• Laat indien mogelijk iemand anders de data-analyse nakijken. Komt die persoon tot gelijkaardige resultaten? Dan is je data-analyse betrouwbaar.
• Ziet je analyse er op het eerste zicht ‘vreemd’ uit? Ga dan na of je geen toevallige fouten gemaakt hebt. Eenzelfde analyse uitvoeren op een ander moment, moet immers dezelfde resultaten geven.
• Noteer kort hoe je te werk bent gegaan bij de analyse (je denkwijze, de gebruikte criteria, enz.) zodat je achteraf je denkwijze kan herhalen of bijsturen indien nodig.
• Vergeet niet wat het doel van je dataverzameling was. Enkel zo kan je meten wat je beoogt te meten en dus de validiteit van je data-analyse verzekeren.

Bij het analyseren maken we soms analysefouten zonder dat we het weten. Het is belangrijk om ons hiervan bewust te worden. We geven enkele voorbeelden van analysefouten (Bron: naar boek ‘Praktijkonderzoek in de school’, Cyrilla Van Der Donk en Bas van Lanen):

 

Verkeerde meetinstrument gebruiken

Je bent benieuwd naar de samenwerkingsvaardigheden die leerlingen inzetten bij groepswerk. Op je observatieschema ontbreken observatiepunten die betrekking hebben op het verdelen van de taken. Hierdoor neem je in de praktijk bepaalde gedragingen of gebeurtenissen niet waar die mogelijk wel van belang zijn voor je onderzoeksvraag.

Verkeerde meetinstrument gebruiken

Om te controleren of een nieuwe didactische werkvorm van invloed is op de leerresultaten van de leerlingen neem je een toets af. De toets is van een te eenvoudig niveau, waardoor iedereen alles goed maakt. De toets differentieert te weinig waardoor je geen goed zicht krijgt op het effect van de didactische werkvorm die je gebruikt.

 

Geen rekening houden met ontbrekende data

Je vraagt een groep van 30 leerlingen naar de besteding van hun zakgeld. Een van de vragen gaat over het aantal contractuele verplichtingen dat door leerlingen het afgelopen jaar is aangegaan. Nagenoeg geen van de leerlingen heeft antwoord gegeven op deze vraag – mogelijk hebben ze de vraag niet begrepen. De ene leerling die wel antwoord heeft gegeven, geeft aan geen enkele contractuele verplichting te zijn aangegaan. Je concludeert dat de leerlingen over het algemeen geen contractuele verplichtingen zijn aangegaan.