Subdoel fase 1

Ik wil weten hoe ik zelf een instrument kan opstellen om data te verzamelen.

Enkele vaak gebruikte voorbeelden nader toegelicht

  • Kwantitatief instrument – Hoe stel ik een enquête op?

Soorten vragen

  • Open vragen

Wanneer gebruiken? Als je niet alle antwoordmogelijkheden kent of als er veel verschillende antwoordmogelijkheden zijn.

  • Meerkeuzevragen (1 of meer mogelijke antwoorden)
  • Stellingen
  • Rangschikvragen
  • Frequentievragen
  • Beoordelings- of schaalvragen

 

Vragen formuleren – Tips & tricks

ALGEMEEN

  • Controleer of je meet wat je wil meten (validiteit). Verlies nooit je onderzoeksvraag uit het oog.
  • Elke vraag die je stelt moet bijdragen tot het beantwoorden van je onderzoeksvraag.
  • Voorzie de vragenlijst van een bondige inleiding over het doel en het nut van je onderzoek, info rond anonimiteit, deadline, …
  • Verzorg de opmaak van je vragenlijst.
  • Test je vragenlijst (betrouwbaarheid en validiteit).

 

FORMULEREN VAN VRAGEN

  • Stel eenvoudige, duidelijke, concrete, gerichte vragen.
  • Stel eenduidige vragen die niet voor interpretatie vatbaar zijn. Definieer indien nodig bepaalde begrippen.
  • Stel neutrale vragen. Vermijd suggestieve vragen.
  • Let op met verwachtingen/veronderstellingen.
  • Vermijd moeilijk taalgebruik en jargon. Stem je vraagstelling af op je doelgroep.
  • Vermijd lange en samengestelde vragen. Vermijd veel bij- en tussenzinnen.
  • Vermijd passief taalgebruik.
  • Gebruik waar mogelijk positief geformuleerde items. Als er een risico is voor een zekere antwoordtendens, varieer dan positieve en negatieve items.
  • Kwantificeer waar mogelijk.
  • Gebruik correcte grammatica.
  • Een kwalitatief instrument – Hoe kan een interviewleidraad eruitzien?

Openingsvragen

  • Maak kennis.
  • Beschrijf je doel, de lengte en de wijze van het interview
  • Geef aan hoe je het gesprek registreert.
  • Geef aan welke afspraken er zijn over de anonimiteit en het terugkoppelen van de bevindingen.

Inleidende vragen

  • Stel eerst vragen die als ijsbrekers dienen.
  • Stel dan je inleidingsvragen die het centrale thema voorstellen.
  • Bijvoorbeeld: Waar denk je aan als je het woord … hoort?

Overgangsvragen

  • Stel vervolgens je overgangsvragen om het gesprek te leiden in de richting van de kernvragen.

Kernvragen

  • Stel je kernvragen (2 tot 5) die dienen om je onderzoeksvraag te beantwoorden.

Beëindiging

  • Maak een samenvatting.
  • Vraag of je iets miste, of om verduidelijking of om toevoegingen.
  • Herhaal wat je met de data gaat doen.
  • Bedank de deelnemer.

Naar De Maeyer, S. (2009). Het semi-gestructureerde interview. Een open leerpakket. Kwalitatieve Onderzoeksmethoden. UA.