Ik wil dataverzamelingsmethoden verkennen.

Methodes om data te verzamelen

 

Mac Beath, Demetriou, Rudduck en Myers (2003) geven in ‘Consulting pupils: a toolkit for teachers, uitgegeven bij Cambridge: Pearson Publishing’ volgende dataverzamelingsmethoden aan. Ze onderscheiden het rechtstreeks en het onrechtstreeks raadplegen van leerlingen

We bespreken eerst rechtstreekse opties.

Gesloten vragenlijsten: Aan de hand van beweringen kiezen leerlingen vaste antwoordcategorieën. Dit kunnen woorden, figuren en afbeeldingen zijn.

 Bijvoorbeeld: Ik voel me goed op speelplaats.  Meestal  Soms  Nooit

 

Open vragenlijsten: Leerlingen beantwoorden open vragen, vullen zinnen aan of maken een lijstje op van sterke punten en werkpunten. Ook logboeken waarin ervaringen aangegeven worden, zijn een optie.

Bijvoorbeeld: Wat vind je fijn en niet fijn aan onze speelplaats?

 

Conversaties en discussies: Leraren converseren of discussiëren met leerlingen. Hierbij is een conversatie eerder informeel en onsystematisch in tegenstelling tot discussies die goed voorbereid zijn. Beide zijn gebaseerd op ervaringen, huidige moeilijkheden of op videofragmenten.

Bijvoorbeeld: In dit filmpje zie je hoe de leraar aan de leerlingen een opdracht geeft. Wat vind je van de manier waarop dit gebeurt?

 

Interviews: Aan de hand van voorbereide vragen worden interviews van leerlingen afgenomen. Dit kan bij 1 of meerdere leerlingen terzelfdertijd worden afgenomen.

Bijvoorbeeld: Hoe kan de leraar je nog beter helpen wanneer je het moeilijk hebt met … ?

 

Vervolgens bespreken we onrechtstreekse opties.

 

Tekeningen en schilderijen: Om een beter begrip te krijgen over hoe leerlingen over iets denken kan je ze laten tekenen of schilderen.

Bijvoorbeeld: Hoe ziet de speelplaats eruit waar je graag naartoe zou gaan?

 

Foto’s: Door middel van foto’s kunnen leerlingen aangeven hoe zij denken over bepaalde zaken op school of in de klas.

Bijvoorbeeld: Indien jullie directeur waren hoe zou de speelplaats er dan uitzien?

 

Collages en posters: Collages en posters die leerlingen maken kunnen gebruikt worden om o.a. hun mening aan elkaar te uiten. Doordat zowel beelden als woorden gebruikt worden, kan dit een handige manier zijn.

Bijvoorbeeld: Welke plekjes op school geven je een goed gevoel, welke een slecht? Waarom?